ER WAREN EENS.....

Ze woonden jarenlang gelukkig in hun eigen kabouterdorp. Er gebeurde nooit veel en je wist meteen dat je thuis was door de spreuk aan het begin van het dorp. "De timmerkabouter timmert, de kaboutertandarts boort, en wij wonen gezellig in Kabouteroord". De enige stoorzender in hun kabouterleven was de grote draak naast hun dorp. Die braakte ieder jaar meer en meer vuur en zwarte walm uit ondanks zijn of haar (ook vrouwen kunnen draken zijn) belofte om toch wat rekening met de kabouters te houden. Totdat het niet meer te harden was. En ze zich de mooie buitenwereld in de duinen herinnerden, waar ze vaak hardliepen. En nu zijn ze verhuisd naar een mooie plek in de duinen, waar je ze hardlopend tegen kan komen, altijd op dezelfde manier: Jack links en Sjerry rechts of andersom, want dat vergeten kabouters nog wel eens. Of op hun terrasjes. Sjerry aan de kaboutercola en Jack aan de kabouterport. Kijk maar eens goed als je er langs loopt.