Op de koffie bij de dokter

Koffie en sportdrank.

Koffie is goed om s’ochtends te ontwaken. Dit komt omdat cafeïne een stimulerende werking op het zenuwstelsel heeft. Minder bekend is dat het ook nog eens de sportprestaties bevordert. Voor de duursporters is cafeïne goed vanwege de verhoogde afbraak van vrije vetzuren en het daarmee samenhangende glycogeensparende effect. Dit betekent dat je minder gauw last krijgt van spierpijn.
Onlangs heeft onderzoek bovendien aangetoond dat cafeïne het tempo versnelt waarin het menselijk lichaam koolhydraten opneemt. Kortom, cafeïne kan je prestaties verbeteren. Bij grote hoeveelheden koffie draait het effect op de sportprestatie juist om en werkt het negatief.
Tot januari 2004 stond cafeïne op de dopinglijst van het IOC.

Sportdranken zijn populair onder amateursporters. Maar wat heb je er eigenlijk aan?
Antwoord: als je minder dan een uur intensief sport kun je net zo goed water drinken. Wie zich langer dan zestig minuten in het zweet werkt heeft juist baat bij de kleine hoeveelheid toegevoegde koolhydraten. Die zorgt dat de glycogeenreserves van het lichaam gespaard worden en de glucosespiegel op peil blijft.
Een isotone drank heeft dezelfde osmotische druk als het lichaamsvocht, wat betekent dat hij even snel wordt opgenomen als water. In principe vormen isotone dranken het ideale compromis tussen het weer aanvullen van vocht en energie.
Een hypotone drank heeft een relatief lage osmotische druk, wat betekent dat hij sneller wordt opgenomen dan water.
Een hypertone drank heeft een grotere osmotische druk dan het lichaamsvocht, omdat hij geconcentreerder is. Daardoor wordt hij langzamer opgenomen dan gewoon water.

Een trimmer.